Vietnam

Vrijdag  10 november 2017  Hanoi 35 km 201 hm

Vanaf de grens met China ben ik in één dag naar de zee gefietst. Ik heb daarna één dag de kust gevolgd tot aan Halong. Daar kwam ik weer in een landschap met karstgebergte. De aanlegplaats van de vissersboten in Halong was schitterend en sfeervol. De zee lag vol met kleurrijke houten boten en op de achtergrond lagen de bijna loodrecht uit zee komende karst pieken. Eergisteren heb ik nog een boottrip gemaakt naar het beroemde Halong Bay. Gek genoeg was dit -mede door het saaie weer- best een aardige trip maar niet het hoogtepunt wat ik verwacht had. Gelukkig was een dag eerder Halong wel een hoogtepunt.

De route van deze reis is voornamelijk bepaald door 8 hoogtepunten. Naast Halong Bay zijn dat Moskou, de Trans Siberië Express, Chinese Muur, Beijing, Terracotta Leger, karstgebergte Guilin en Myanmar.

Gisteren ben ik vanaf de kust het binnenland -naar het westen- in gefietst richting Hanoi. Nu ben ik in Bac Ninh. Ik heb een sfeervolle hotelkamer. De hotels -tot nu toe- in Vietnam zijn wat sfeeervoller dan de hotels die ik in China heb gehad. In China waren het meestal een soort strakke zakenhotels, die wel iets luxer waren. Vanuit mijn raam kijk ik uit op een oud fraai koloniaal pand. Het is al in verval, de bovenste verdieping lijkt niet meer in gebruik. Het gebouw heeft met zijn balkons, slechte staat van onderhoud, zijn houten luiken voor de ramen en pasteltint echt een Zuid Europese uitstraling. Onder in het gebouw is een mini restaurant. Eigenlijk is het restaurant gewoon buiten. Stoelen en tafels staan buiten op de stoep en gekookt wordt er ook buiten op de stoep. Ze hebben een bbq.

Vietnam is een voormalige Franse kolonie. Daardoor eten ze hier broodjes en stokbrood. Er ligt één broodje op de tafel bij de overburen, maar helaas voor broodjes met vlees moet ik verderop in de straat zijn. Daar heb ik gisteren al een broodje met bbq-vlees gekocht. Hier ziet het vlees er beter uit. Ik moet het hier met noedels op eten. Dat vind ik ook prima, jammer is alleen dat ik het vlees in een soort veel te zoete soep krijg.

img1928Eenmaal op weg stop ik alweer snel om foto's te maken. Vietnam is een heel kleurrijk land. Langs de weg is -ik ben nog in Bac Ninh- een markt. De markten zijn vooral heel kleurrijk. Voor de markt staan vrouwen groente te verkopen. Ze hebben van die leuke Vietnamese rieten hoeden op en hun handelswaar hebben ze in grote stalen manden die aan hun oude fietsen hangen. De klanten zijn allemaal met de bromfiets.

Vietnam is veel meer nog dan China een brommerland. De brommers -of scooters of motoren- rijden wat harder dan in China. Op de weg zijn minder vrachtauto's en auto's, maar ik heb het gevoel dat de hele dag brommers langs me schieten. Ze komen overal vandaan en scheuren er op los zonder uit te kijken. Leuk zijn de bromfietsen -en vaak ook fietsen- met lading. Zo zag ik de afgelopen dagen bromfietsen met 3 grote varkens -die naast elkaar op hun rug lagen-, manden vol met biggen en kippen en één met een waterbuffel achterop. Van die laatste vroeg ik me af hoe je zo'n kleine motor rechtop kunt houden met een paar honderd kilogram wegend beest achterop. Gevaarlijk zijn de brommers met aanhangwagen, soms hebben ze 6 meter lange stalen profielen op hun aanhangwagen liggen. 

Ik ben al vlak bij Hanoi. De hoofdstad heeft meer dan 6 miljoen inwoners. Ik fiets op een redelijk doorgaande weg naar de stad. Ik heb al een alternatieve route in gedachten voor het geval het de druk is op de weg, maar de drukte valt me reuze mee. Ik fiets rustig mee met de stroom aan bromfietsen die me aan alle kanten in halen. Het is hier een beetje aparte manier van fietsen. Voorrang krijg je niet, die neem je gewoon en daarna rijdt iedereen wel weer om je heen. Vaak heb ik het gevoel dat ik op koers lig om een aarijding te maken, maar gelukkig gaat het steeds goed.

Op zo'n 10 kilometer voor het centrum van de stad fiets ik een brug over en sla ik rechtsaf een dijk op. Hier zit ik weer op mijn geplande track -die ik gisteren verlaten had- en op een lekker rustige weg. Op de rivierdijk mogen geen vrachtauto's en bussen rijden en ook de meeste brommers nemen een andere route. Ik fiets door een vlak land op een rivierdijk, toch lijkt het zeker niet op Nederland.

Voor het eerst in 6 dagen schijnt de zon en is het redelijk helder weer. Als ik de stad in fiets zie ik overal om me heen alweer wolken verschijnen. Vlak voor het centrum fiets ik een oude roestige spoorbrug over waar aan beide zijden een 1,5 meter breed fietspad is. Het is opeens heel erg druk met brommers. Het wegdek op het fietspad is op een aantal plaatsen slecht en af en toe wil ik een langzaam rijdende fietser in halen. Daarvoor moet ik naar links, waar een stroom van snel rijdende brommers voorbij komt. Elke keer als er een opening komt ga ik naar links en hoor ik binnen enkele seconden alweer het getoeter voor de brommers achter me. Ik trek me daar niets van aan. Om hier te overleven als fietser moet je vooruit kijken en achter je zoeken ze het zelf maar uit. Vaak is het getoeter ook alleen maar om aan te geven dat ze er zijn.

img1875Na de brug fiets ik de oude stad in. Het is er gezellig druk, of eigenlijk gewoon een complete verkeerschaos waar het nergens meer rustig is. Fietsen en tegelijkertijd kijken of er een hotel is is lastig in deze drukte. Gelukkig zijn er ook heel erg veel hotels. Bij één hotel hebben ze alleen slaapzalen, een ander hotel is vol geboekt, bij één hotel moet de fiets buiten blijven staan en kan ik pas om 14.00 uur op mijn kamer terecht. Toch heb ik al snel een hotel gevonden in een smalle steeg, waar ze een kleine parkeergarage hebben. Ze hebben een kamer voor 800.000 Dong en ik moet 150.000 Dong extra betalen omdat ik voor 14.00 uur ben. Dan mag ik wel tot 10.00 uur nog ontbijten. Opschieten dus want het is 9.40 uur. Het lijkt door die grote bedragen iedere keer heel erg veel geld en de prijs is ook het dubbele bedrag van het duurste hotel tot nu toe in Vietnam, maar het is minder dan 40 euro.

Ik zie dat het buiten al weer geheel bewolkt is, dus heeft het weinig zin om snel de stad in te gaan om nog met mooi zonnig weer de stad te bekijken. Eerst maar eens lekker ontbijten. Ik zit al snel heel snel te eten, alsof ik uitgehongerd ben. De broodjes met een gebakken ei, spek, pannekoekjes en vers fruit smaken uitstekend.
Na het ontbijt neem ik eerst een douche en daarna wandel ik de stad in. Ten zuiden van mijn hotel is een kleine tempel op een eiland in het Hoan Kiem Meer. Dit bezoek ik als eerste. Het is er -net als in de rest van de stad- druk met toeristen. Als tweede ga ik meer naar het westen van het meer, naar de kathedraal. In Frankrijk zou het waarschijnlijk de lelijkste kathedraal zijn, maar hier in Azië is het een fraai monument aan een leuk plein met nog een aantal oude koloniale panden.

De andere delen van de stad die ik wil bezoeken liggen meer naar het noorden. Op weg naar het noorden kom ik langs mijn hotel en daar ga ik eerst de KLM proberen te bellen. Ze hebben mijn terugreis van het Amerika-deel van deze wereldreis geannuleerd en me een dag later ingepland. Ik heb ze een mail gestuurd dat dit niet de bedoeling is en dat ik liever een dag eerder terug vlieg. Ik heb geen reactie gehad op mijn mail. Als ik probeer te bellen kom ik in de wacht te staan. Dat gaat me teveel geld kosten. Ik stuur een sms naar mijn oudste zus of ze voor me de KLM wil bellen. Ze is echter zelf ook nu niet in Nederland en zal zodra ze terug is gaan bellen voor me. 

In de middag wandel ik naar het noorden. De drukke stad is heel sfeervol. Op zich is de staat van onderhoud slecht van veel gebouwen, ze hebben overal lelijke reclameborden geplaatst en alles is vol met winkeltjes, straatverkopers en bromfietsen. Toch is het geheel heel leuk door de chaos die het uitstraald. Er zijn prima straten aangelegd met een stoep aan beide zijden. Echter moet ik meestal op straat lopen, want de stoepen zijn op veel plaatsen vol met geparkeerde bromfietsen, handelswaar van de winkels, straatverkopers en stoelen en tafels van restaurants. De verkeersdrukte wordt daardoor natuurlijk nog groter. De weg oversteken vind ik iedere keer weer een uitdaging. Ik denk dat al die brommers en auto's me willen aanrijden, maar het blijkt altijd goed te gaan. Ik moet gewoon de straat op lopen en net doen of ik al dat andere verkeer niet zie. Het is wel steeds alsof ik voor de trein spring, maar die trein stopt iedere keer weer 2 centimeter voor me.

Als de Bach Ma tempel gesloten blijkt te zijn, wandel ik verder naar "The Old Citadel". Bij het militair museum loop ik naar binnen. Ik hoef vandaag maar 20.000 Dong toegangsgeld te betalen omdat het museum gesloten is en ik nu alleen de buitenzijde kan bekijken en de vlaggentoren. Voor de vlaggentoren staat oorlogsbuit. Enkele Franse en Amerikaanse vliegtuigen en tanks die ze buit hebben gemaakt tijdens de oorlogen voor de bevrijding van Vietnam. 

Verder naar het noorden kom ik langs het mausoleum van Ho Chi Minh terwijl ik op weg naar het West-meer. Voor het mausoleum is -zoals meestal op dit soort plekken- een beetje zenuwachtig gedoe. Toeristen mogen niet te dicht bij het gebouw komen en militairen lopen er rond om ze steeds op afstand te houden. Een eenvoudig hekwerk zou -zo denk ik- in dit geval heel handig zijn, dan weten al die toeristen tenminste tot waar ze mogen komen. Eevn later bekijk ik vanaf de zuidoever het West-meer. Verder naar het noorden wandel ik niet. Ik bezoek hier nog wel even een kleine tempel. Het is de Quan Thanh Tempel. In plaats van een groot Boeddha-beeld staat hier een beeld van de heilige Huyen Thien Tran Vo. Zo staat het op een bord bij de tempel. Ik heb natuurlijk geen idee wie die man is, maar hij ziet er inderdaad anders uit als Boeddha.

Terug in mijn hotel maak ik een nieuwe track voor een kortere route naar de stad waar ik morgen naar toe fiets. Ik wil morgen eerst rustig ontbijten en het dan rustig aan doen in plaats van nog een dag in de stad blijven.

img1973In de avond loop ik de stad in op zoek naar een restaurant. De hele stad is vol met eetgelegenheden, dus er is heel veel keuze. Vlak bij mijn hotel is een luxe hotel met een restaurant op het dak. Als voorgerecht hebben ze een kaasplank met fruit er bij. Ik bestel dit samen met kip en rijst als hoofdgerecht. Ik heb al heel lang geen kaas meer gegeten. Ik voel me een beetje schuldig na het bestellen van dit dure eten. Ten opzicht van Nederland is het nog steeds niet duur. Mijn voorgerecht kost 280.000 Dong en daar komt nog 5% en 10% bij voor bediening en belasting.

Ik vergelijk dit bedrag met de 270.000 Dong die ik de 2 avonden in Halong uit gaf voor een buffet. En dat buffet was echt goed en daar heb ik onder andere bbq-vlees, vis, garnalen, oesters, mosselen, zalm, friet, stokbrood, gebakjes en vers fruit gegeten. De kikkers, slakken, rijst en noedels die ze ook hadden heb ik daar niet gegeten.

Na de kip neem ik nog een bananenmilkshake. Het is heerlijk rustig op het terras en de eindafrekening wordt uiteindelijk 710.000 Dong. Dat is nog geen € 30,--. Als ik weer op straat ben zie ik dat het gebied rond het Hoan Kiem Meer is afgezet voor verkeer. Het is er gezellig druk met wandelaars. Ik loop een rondje om het meer. Er zijn mensen die dansen, zingen en muziek maken. Als ik bijna rond het meer gelopen heb maak ik nog een ommetje naar de kathedraal. De kathedraal is niet heel erg goed verlicht, maar gelukkig ziet mijn fototoestel altijd meer licht in het donker dan dat ik zie. Zo heb ik toch nog een fraaie nachtopname.

Maandag  13 november 2017  De paalwoningen van Pom Coong 93 km 1239 hm 

Om 2.30 uur word ik wakker omdat de haan kraait. Er kraaien nu nog meer hanen in de buurt. Daarna is het weer stil, tenminste op alle krekelgeluiden na. Voor de afwisseling lig ik vannacht niet in een bed in een hotel maar overnacht ik in een homestay in een paalwoning. Als ik de luiken open maak bij mijn hoofd kijk ik uit op rijstvelden. Ik ben dus echt in een dorp op het platteland. Over de vloerbalken -op de eerste verdieping dus, want het is een woning op palen- liggen een soort matten van stroken bamboe. Net als in Japan hebben ze geen bedden, maar is er een matras uitgerold op de vloer. Aan de dakbalken hangt een klamboe om er voor te zorgen dat ik geen last heb van de muggen. Onder mijn vloer hoor ik af en toe de kippen bewegen en soms hoor ik nog andere dieren -waarschijnlijk ook muizen- rond lopen.

img2125Mijn homestay ligt in het dorp Pom Coong. Hier heeft de regering het dorp willen ontwikkelen door toeristen bij mensen thuis in hun paalwoning te laten slapen. Dat is goed gelukt. Het hele dorp leeft nu van het toerisme en om het dorp heen zijn er een aantal hotels gebouwd voor de toeristen die iets luxer willen overnachten. Ook al is het nu een toeristendorp het is nog steeds een leuk dorp met al zijn houten huizen. Gisteren heb ik na een kleine wandeling door het dorp nog badminton gespeeld met de overburen.

In de prijs van deze overnachting -voor 200.000 Dong- is ook het avondeten en het ontbijt inbegrepen. Gisterenavond heb ik heerlijk gegeten en de maaltijd was nog groot ook. Voor een vermagerde fietser is het niet alleen belangrijk dat het lekker is maar het moet ook veel zijn. Het ontbijt is vrij eenvoudig. Ik krijg gebakken noedels en daarover heen liggen in repen geknipte stroken ommelet. Daarbij krijg ik nog 3 kleine bananen. Het smaakt uitstekend.

Ik heb diverse cola's gedronken en een zakken chips gegeten gisteren. De totale afrekening wordt 320.000 Dong. Dat is ongeveer 13 euro. Ik betaal met een briefje van 500.000 Dong. Ze hebben niet genoeg wisselgeld, maar als ik 150.000 Dong terug krijg vind ik dat wel genoeg. Het is hier wel niet de gewoonte om een fooi te geven, maar alleen dat eten van gisterenavond was dat geld al waard.

Ik wens het jonge Franse stel -die ook in deze homestay verblijven- een goede reis en fiets in de richting van Laos. De weg met nummer 15 -waarover ik Mai Chau/Pom Coong verlaat- is een kleine weg met versleten asfalt. Ik fiets langs rijstvelden door een vlak dal met daaromheen groene bergen. Al snel stop ik om een foto te maken van een man die zijn rijstveld omploegd met door een waterbuffel voort getrokken ploeg. Als ik daarna door enkele dorpen fiets stop ik weer diverse keren om foto's te maken. De houten paalwoningen die hier staan vind ik schitterend. De meeste van deze woningen zijn nieuw. Het lijkt er hier op dat het goed gaat met de regio, want overal worden nieuwe woningen gebouwd.

Bij een deel met enkele bedrijven langs de weg is het asfalt geheel verdwenen. Al snel fiets ik door een soort modderpoel. Dit duurt niet lang, na een paar kilometer kom ik op een nieuwe weg. Hier langs de nieuwe weg worden allemaal nieuwe huizen gebouwd. Stonden er op het eerste van de route ook nog oude woningen, hier staan alleen maar nieuwe woningen en veel zijn nog in aanbouw. Naast enkele paalwoningen worden hier ook veel "gewone" huizen gebouwd. Ik vraag me af of die gewone huizen dan zijn voor de Vietnamezen uit het laagland en de paalwoningen voor de "bergvolken" die hier wonen.

Ik fiets door een rivierdal en daal lange tijd af van 160 meter hoogte tot onder de 100 meter hoogte. Vanaf de weg heb ik vaak zicht op de berghelling aan de andere zijde van een groene rivier. De nieuwe weg heeft flink wat heuvels en na een kilometer met 10% stijging kom ik boven de 200 meter hoogte. Daarna daalt de weg weer meer dat hij klimt. Voor de afslag naar wegnummer 217 kom ik op het laagste punt van vandaag. Vanaf 55 meter boven zeeniveau gaat de weg weer langzaam omhoog.

In het dorp op de afslag eet ik rijst met garnalen in een restaurant. Wegnummer 217 gaat meteen na de afslag flink omhoog. Het is vandaag eidelijk tropisch weer. Lekker warm en vochtig dus en de zon schijnt. Op een stuk van meer dan een kilometer met 10% stijging krijg ik het behoorlijk warm. Ik moet even stoppen om af te koelen. Gelukkig is de weg daarna minder steil en heb ik van de hitte geen last meer. Wel moet ik me voor het eerst sinds maanden -ik denk voor het eerst na Mongolië- me weer insmeren met sunblock. Ook drink ik mijn waterfles voor het eerst sinds de Gobi een keer leeg. Ik heb zelfs weken lang zonder waterfles op de fiets gefiets, terwijl ik normaal 3 waterflessen en een thermosfles bij me heb.img2184

Na een hoogte van 350 meter gaat de weg steeds heuvel op en heuvel af zonder al te grote hoogteverschillen. Naast de houten huizen staan er nu ook af en toe huizen gemaakt van een bamboe-frame en rietmatten. Na het hoogste punt -op ongeveer 400 meter- daal ik af in een dal. Gisteren heb ik op Google-maps een hotel gezien waar ik wil gaan overnachten. Het ligt zo'n 50 kilometer voor de grens. Ik herken het hotel van de foto die ik op mijn laptop/tablet heb gezien. Het ligt aan de andere zijde van de rivier bij een brug. Het hotel is niets bijzonders, maar het is de prijs van 200.000 Dong meer dan waard.

Bij het hotel is geen restaurant. Voor het avondeten wandel ik de brug over en kijk wat ze daar langs de weg allemaal verkopen. Er is geen keus vanavond. Eén mevrouw verkoopt worst. Haar buurvrouw heeft een soort in olie gebakken pannekoek waarvan één met banaan en een ander met friet als vulling. Na het eten bekijk ik op mijn kamer wat de mogelijkheden zijn voor de komende dagen.

Morgen fiets ik naar de grens en overnacht ik nog één keer in Vietnam. Ik heb 628 kilometer gefietst en daarbij 5579 hoogtemeters gemaakt. Alle 10 de nachten in Vietnam heb ik in hotels geslapen. Ik heb € 33,-- per dag uitgegeven. Voor de hotels heb ik gemiddeld € 14,80 betaald en 10% heb ik uitgegeven aan de boottrip in Halong Bay en toegangskaartjes.

Hoogtepunten Vietnam